Geplaatst op 06-04-2017 in Nieuws.
De kwaliteit van het Gelderse landschap staat door uiteenlopende ontwikkelingen onder druk. Door intensivering en schaalvergroting van de landbouw, de druk vanuit de steden, nieuwe infrastructuur en nieuwe functies lijkt er voor de van oudsher groene functies van het landschap steeds minder plek.
Een bezoek aan de Ooijpolder op 5 april, door Statenleden van de Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk Gebied en Wonen, liet zien dat het ook anders kan. Hun bezoek maakte deel uit van een ontmoeting met de GNMF en andere natuur- en landschapsorganisaties. De kwaliteit van het landschap stond daarbij centraal.
Dat het niet goed gaat met die kwaliteit blijkt uit cijfers die aangeven dat de biodiversiteit in de agrarische gebieden achteruit holt. Weides met bloemen en weidevogels of akkers met bloemenranden zijn bijvoorbeeld steeds minder te vinden. Landschapselementen als houtwallen en bosjes worden tegenwoordig eerder gezien als een economische sta-in-de-weg dan als een toegevoegde waarde voor het landelijk gebied.
Tiny Wegman van Via Natura. Foto: GNMF Bernhard Oosting
Dat het ook anders kan bewijst de organisatie Via Natura die in de Ooijpolder actief is. Tiny Wigman toonde de Statenleden hoe de kwaliteit van het landschap juist verbeterd kan worden via een gezamenlijke inspanning van bestuurders, landbouw, bewoners en vrijwilligers. Met behulp van langjarige beheerovereenkomsten met agrariërs, aanleg van nieuwe landschapselementen en een gedragen landschapsontwikkelingsplan is het landschap verfraait. En dit komt niet alleen ten goede aan de mensen in het gebied zelf en de natuur maar ook aan het toeristische bezoek, want met onder meer fraaie aangelegde wandelroutes kan men optimaal van het landschap genieten.